- De student is bekend met de concepten van (geparametriseerde) kromen, oppervlakken en volumes en kan deze op concrete voorbeelden toepassen.
- Hij is bekend met de grondleggende concepten voor functies van meerdere veranderlijken, in het bijzonder met de verschillende begrippen van afgeleiden (partiele, totale afgeleide, gradient).
- Hij beheerst het differentiëren van functies van meerdere veranderlijken en weet de kettingregel toe te passen.
- Hij is vertrouwd met de lineaire en kwadratische benadering van functies van meerdere veranderlijken en weet hieruit conclusies over het gedrag van een functie te trekken.
- Hij kan deze kennis toepassen op het bepalen van extreme waarden van functies, mogelijk met constraints.
|
|